Stendker Discus waterwaardes
Waterwaarden en waterchemie
De discusvis uit wildvang voelt zich het beste in water dat gelijkenis vertoont met het Amazonewater van zijn oorspronkelijk gebied. Daar is de waterhardheid zeer gering (totale hardheid: GH 0-3, carbonaathardheid KH 0-3, de PH waarde zeer laag PH 4-6) en de geleidingswaarde zeer gering (100-400 µs).
De STENDKER discusvissen zijn echter al vele generaties lang gewend aan een harder water (leidingwater).
De waterwaardes in de kwekerij zijn: totale hardheid: GH 15, carbonaathardheid KH 8, PH waarde 7, geleidingswaarde 800 µs, met een watertemperatuur van 29°-30°C.
De belangrijkste waterparameters liggen bij Stendker discusvissen bij de volgende toleranties: GH 0-30, KH 0-25, PH-waarde 4,0-8,3, elektrische geleidingswaarde 150-1200 µs. Watertemperatuur kortstondig op 25-35 °C.
Doordat de STENDKER discusvissen zulke brede waterwaardes kunnen hebben zijn deze discusvissen zeer geschikt om op ''leidingwater'' te houden.
Waterchemie
Je kunt waterwaarden door verschillende maatregelen eenvoudig veranderen, zo kun je bijvoorbeeld met een omkeerosmose-installatie of een volledige ontzoutingsinstallatie uit leidingwater praktisch gedestilleerd water te maken.
Dat betekent dat je ongeveer 99% van de waterhardheid verwijdert, en dat je de geleidingswaarde eveneens sterk vermindert, tot ongeveer 50 µs. Dit water kun je dan met leidingwater mengen tot je de gewenste waterwaarden bereikt.
Zo kun je geschikt water voor discuswildvang of voor discusparen, die zich moeten reproduceren, zelf tot stand brengen.
Hoe veranderen waterwaarden zich door de voeding van de aquariumvissen?
Het eerste en ook het belangrijkste punt dat we willen benadrukken is het feit dat de waterwaarden in een kleine aquarium (nano aquarium of aquarium van minder dan 150 liter) zeer sterk en snel kunnen veranderen. In een grotere aquarium (180-1000 liter) veranderen de waterwaarden wegens het grotere volume duidelijk langzamer, waardoor dergelijke aquarium ook voor beginnelingen geschikt is.
Wanneer je je vissen voert, bijvoorbeeld met STENDKER-discusvoeder, neemt het fosfaatgehalte in het water toe, wat planten en algen voor hun groei kunnen gebruiken.
Bovendien vormt zich, bij een PH waarde van minder dan 7, ammonium en bij een PH waarde van meer dan 7, ammoniak. Deze twee stoffen worden door de filterbacteriën omgezet.
De omzetting gebeurt eerst naar nitriet en daarna naar nitraat. Ammoniak en nitriet zijn giften die zich in het bloed van de vissen verrijken en die bij hoge concentraties tot de dood van de dieren kunnen leiden.
Een oude en goed ingedraaid filter, die een goed functionerende bacteriëncultuur heeft opgebouwd, zorgt er altijd voor dat ammonium, ammoniak en nitriet praktisch niet aanwezig zijn.
Het fosfaat en het nitrietgehalte nemen echter langzaam toe, en de PH waarde daalt door de activiteit van de bacteriën.
Daardoor moet het water regelmatig ververst worden, en de hoeveelheid en de frequentie van deze verversing is rechtstreeks afhankelijk van de voedings hoeveelheid en de uitwerpselen van de vissen.
weinig vissen = weinig voeder = weinig waterverversing.
Bijvoorbeeld voor een aquarium van 180 liter met 12 discusvissen (10 cm) 50 neonvissen, 6 meervallen en 4 dwergcichliden, raden wij 1 x per week een waterverversing van 1/3 van het aquariumwater aan.
Om de hier vermelde waterwaarden te bepalen, kun je altijd langs komen om bij ons je water te laten testen of een testkoffer te kopen. Deze waarden moeten regelmatig gemeten worden.
Meetdruppels en waterwaarden
Ammonium vormt zich bij een PH-waarde van minder dan 7 wanneer de filter (nog) niet correct werkt. Een verhoging van deze waarde kan vermeden worden door het voeding tot een minimum te beperken.
Ammoniak vormt zich bij een PH-waarde van meer dan 7, is giftig en ontstaat wanneer de filter (nog) niet correct werkt. Een verhoging van deze waarde kan vermeden worden door het voeding tot een minimum te beperken.
Nitriet dagelijks bij een nieuwe aquarium meten tot bij volledige voedering geen nitriet meer optreedt. Daarna hoef je geen nitriet meer te meten. Pas wanneer het filtervermogen door een filterreiniging of door een filterstilstand afgenomen heeft, moet je weer dagelijks nitriet meten (gedurende ongeveer 1 week) om zeker te zijn dat de filter zijn oud vermogen terug bereikt.
Men herkent ook aan het gedrag van de vissen of de nitrietwaarde extreem hoog is. De dieren weigeren dan in de regel het voeder en ademen moeilijk en snel. In dat geval nitriet meten en bij verhoging onmiddellijk stoppen met voederen en een waterverversing van 90 % uitvoeren.
Nitraat drie of vier keer per jaar voor de waterverversing meten. Ligt deze waarde boven 100 mg per liter, zou het beter zijn de waterverversing te verhogen, om een betere groei van de vissen te bereiken.
PH waarde 1 x wekelijks. Daalt deze PH-waarde bijvoorbeeld van 7,5 tot 6,0, voordat de week voorbij is, zou een waterverversing al op dat ogenblik noodzakelijk zijn omdat anders de PH-waarde daalt en bijgevolg het zuurgehalte in je water zeer snel stijgt en bij een PH-waarde van 4 het zuur zo sterk is, dat je vissen sterven.
Fosfaat alleen meten wanneer versterkte algengroei optreedt. Dan kun je het fosfaatgehalte verlagen door meer frequent of meer water te verversen of door bijv. fosfaatclear in het filter toe te voegen.
KH waarde dien je drie of vier keer per jaar te meten en dient tussen de 4-10 te zijn.
GH waarde dien je drie of vier keer per jaar te meten en dient tussen de 5-15 te zijn.